Luca Giordano (1634-1705), beter bekend als ‘Luca fa presto’, stond niet alleen bekend om zijn snelle werkwijze, maar ook om zijn virtuoze imitaties ‘a la maniera di’. Meermaals misleidde de Napolitaanse kunstkameleon nietsvermoedende kunstkenners met zijn doeken in de stijl van illustere voorgangers als Tintoretto, Bassano en zelfs Dürer, tot hij na verloop van tijd triomfantelijk zijn auteurschap aantoonde. De lijn tussen virtuoze misleiding en snood bedrog was dun en subjectief, ook in de vroegmoderne tijd. Kunstbiografen bejubelden Giordano’s mimetische meesterschap, verzamelaars waarschuwden elkaar voor zijn dubieuze praktijken. Giordano was niet de eerste kunstenaar die de grenzen van het fatsoen opzocht met bedrieglijke imitatie: Annibale Carracci, Angelo Caroselli en vele anderen gingen hem voor.Hoe moeten we deze inganni begrijpen: hoe verhouden ze zich tot deeigentijdse kunsttheorie, kunstpraktijk en kunstreceptie?
Lotte Kokkedee studeerde Kunstgeschiedenis, Geschiedenis en Klassieke Zang in Amsterdam, Leiden en Den Haag. Momenteel promoveert ze aan de Universiteit Gent op een onderzoek naar bedrieglijke imitatie en vervalsing in de vroegmoderne schilderkunst. Eerder heeft ze voor verscheidene Amerikaanse en Nederlandse musea gewerkt.

